Echtpaar in de trein
Voor het reisdoel kant en klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn
vertrouwd geluid en
zij rijdt voor-, ik achteruit.
We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
Ik zie wat is voorbijgegaan.
Zo is de huwelijke staat:
de vrouw ziet wat gebeuren gaat,
terwijl de man die naast haar leeft,
slechts merkt wat zijn beslag al heeft.
Van nieuw begin naar nieuw begin,
rijdt zij de wijde toekomst in,
en ik rij het verleden uit
maar beiden wel aan dezelfde ruit.