Vrijdag “BIJZONDERE VROUWEN”
Hannah Pick-Goslar
Even dacht ik eraan om iets te schrijven over de 65-jarige vrouwelijke protestantse bisschop Mariann Budde, die de mis leidde en tijdens haar preek Trump opriep om onder andere ‘genade te tonen voor mensen in ons land die nu bang zijn door de besluiten van meneer Trump’. Maar goed, iedereen zal het wel gezien en gehoord hebben…
Dus gaan we even terug in de tijd, naar 1945, met Hannah Pick-Goslar, de beste vriendin van Anne Frank. In februari 1945 kwamen twee oude vriendinnen elkaar weer tegen in het concentratiekamp Bergen-Belsen: Anne Frank en Hannah Goslar. Lange tijd waren ze samen met Sanne Ledermann de beste vrienden geweest. Op 14 juni 1942 schrijft Anne in haar dagboek: ‘Hanneli en Sanne waren vroeger mijn twee beste vriendinnen, en wie ons bij elkaar zag zei altijd: daar lopen Anne, Hanne en Sanne.’
Hanneli was Hannah Goslar. Zij deelde tot op hoge leeftijd haar herinneringen aan hun vriendschap en de Holocaust. Hannah woonde naast de familie Frank op het Merwedeplein. Ze zaten bij elkaar op de kleuterklas en gingen samen naar de 6de Montessorischool en later het Joods Lyceum. Dat stopte in 1942 toen Anne onderdook in het Achterhuis.
Hannah werd in juni 1943 naar Westerbork gedeporteerd en vandaar naar Bergen-Belsen. Daar zag ze Anne Frank weer, kort voordat Anne overleed. Hannah en haar zusje Gabi overleefden als enigen van hun familie de verschrikkingen van de concentratiekampen.
Hannah emigreerde in 1947 naar het toenmalige Palestina (nu Israël). Daar trouwde ze met Walter Pick, met wie ze drie kinderen kreeg, elf kleinkinderen en 31 achterkleinkinderen. Ze zei hierover: ‘DIT IS MIJN ANTWOORD OP HITLER.’
1945 < > 2025, 80 jaar geleden en blijkbaar hebben we niet veel geleerd. Opnieuw hebben we te maken met over oorlogen, wreedheden, massale deportaties, polarisatie, fake news… en ‘Hitler-figuren’ die het allemaal gaan oplossen. Erg ‘tricky’ als je het mij vraagt. Waakzaam zijn is de boodschap !
Drie grote krachten regeren de wereld: domheid, angst en hebzucht… (Albert Einstein)
