Het DENKEN kan van de HEL een HEMEL en van de HEMEL een HEL maken…

Auteur: 

  • John Milton
EDDIS
17/05/24

Vrijdag PSYCHOLOGIE

Afweermechanismen

Een afweermechanisme is een onbewuste strategie, techniek of trucje die de geest onwillekeurig gebruikt om bepaalde driftmatige strevingen, verlangens en waarheden (realiteiten) die te veel angst, verdriet of schuld oproepen uit het bewustzijn weg te houden.

Er zijn verschillende soorten afweermechanismen, maar het exacte aantal is niet vastgesteld. Sommige bronnen noemen tien, andere twaalf of meer. Hier zijn enkele voorbeelden van afweermechanismen met een korte uitleg:

  1. Ontkenning van de realiteit (ook wel loochening): Het weigeren om de realiteit onder ogen te zien of te accepteren. Bijvoorbeeld, iemand die verslaafd is aan alcohol ontkent dat hij een probleem heeft.
  2. Verdringing: Het vergeten of onderdrukken van pijnlijke herinneringen, gevoelens of gedachten. Bijvoorbeeld, iemand die als kind mishandeld werd, kan zich daar niets meer van herinneren.
  3. Projectie: Het toeschrijven van eigen ongewenste eigenschappen of emoties aan anderen. Bijvoorbeeld, iemand die jaloers is op zijn partner, beschuldigt hem of haar van vreemdgaan.
  4. Rationalisatie: Het verzinnen van redenen of excuses om eigen gedrag of gevoelens te rechtvaardigen. Bijvoorbeeld, iemand die een examen slecht maakt, zegt dat het examen te moeilijk was of dat de leraar niet goed lesgeeft.
  5. Reactievorming: Het doen of voelen van het tegenovergestelde van wat men eigenlijk wil of voelt. Bijvoorbeeld, iemand die homoseksuele gevoelens heeft, gedraagt zich heel homofoob of agressief tegenover homoseksuelen.
  6. Sublimering: Het omzetten van onaanvaardbare impulsen of driften in sociaal wenselijke activiteiten of doelen. Bijvoorbeeld, iemand die veel agressie heeft, gaat boksen of schilderen.
  7. Verplaatsing of roulerende rekening : Het richten van eigen frustratie of woede op een veiliger of zwakker doelwit. Bijvoorbeeld, iemand die ruzie heeft met zijn baas, reageert zich af  op zijn partner, kind of huisdier.
  8. Identificatie: Het overnemen van eigenschappen of gedrag van iemand die men bewondert of vreest. Bijvoorbeeld, iemand die gepest wordt op school, gaat zich gedragen als de populairste leerling of de grootste pestkop.
    Of bij een gijzeling..  De angst voor en haat richting de dader zijn te bedreigend om te worden toegelaten tot het bewustzijn. Door zich met de vijand te vereenzelvigen, onderdrukt het Ik die negatieve gevoelens (Stockholmsyndroom).
  9. Dissociatie, ontkoppeling of isolering,: Het loskoppelen van emoties van gedachten of gebeurtenissen. Bijvoorbeeld, iemand die een traumatische ervaring heeft meegemaakt, kan er heel koel en zakelijk over praten, zonder enige emotie te tonen.
    De Nederlandse hoogleraar kinderpsychiatrie Frits Boer geeft als voorbeeld een vrouw die in haar jeugd veelvuldig seksueel was misbruikt en daarover later zei ‘ik probeerde te denken dat niet ik het was bij wie dit werd gedaan’. In dit geval dus een min of meer bewuste poging tot dissociatie of ontkoppeling van wat er feitelijk door het lichaam wordt ervaren en wat daarvan als beleving in het bewustzijn wordt toegelaten. Maar zo'n proces kan ook geheel onbewust verlopen.
  10. Ongedaan making: Het proberen om iets wat men gedaan of gedacht heeft, ongedaan te maken door een ritueel of een tegengestelde handeling te verrichten. Bijvoorbeeld, iemand die een leugen heeft verteld, gaat daarna heel eerlijk of aardig zijn tegen de persoon die hij bedrogen heeft.

Ongetwijfeld maken we allemaal onbewust gebruik van dergelijke strategieën. Herken je er eentje… Zo zie ik vaak de  ‘roulerende rekening’ gepresenteerd worden. Als dezelfde mechanismen bewust worden toegepast, zijn het coping-mechanismen (1). Maar dikwijls zijn de grenzen tussen onbewust, half bewust en geheel bewust niet scherp.

Coping is ook een begrip uit de psychologie, waarmee de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat wordt bedoeld. Het Engelstalige begrip, dat ook in de Nederlandstalige literatuur gangbaar is, is afgeleid van ‘to cope with’ (omgaan met of opgewassen zijn tegen iets).

Verschillende onderzoekers hanteren verschillende definities van het begrip “coping”. Een belangrijke onderzoeker op het gebied van coping en stressreductie was de Amerikaanse psycholoog Richard Lazarus. Hij definieerde coping als “Cognitieve en gedragsmatige inspanningen om interne en/of externe eisen en de conflicten daartussen te overwinnen, te verminderen of te tolereren”. Het begrip “inspanningen” in deze definitie maakt duidelijk dat de verschijningsvormen van coping verschillend kunnen zijn, en dat ze niet altijd tot de gewenste oplossing leiden.

Aantal keer bekeken

326